Valbeveiliging: hoe kiest u de juiste PBM’s?
Heel wat personen werken op hoogte: professionals in de bouw, elektriciteitsnetwerkers, onderhoudswerkers en -technici enz. Vallen van hoogte is de voornaamste oorzaak van dodelijke arbeidsongevallen.
Als het technisch niet mogelijk is om collectieve beveiligingen aan te brengen, is het verplicht om persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) tegen vallen van hoogte te gebruiken. Dergelijke persoonlijke beschermingssystemen stoppen de val. PBM’s kunnen ook worden gebruikt om het personeel dat de collectieve beveiligingen installeert te beschermen, wanneer de werkwijzen de valrisico’s niet volledig kunnen uitsluiten.
Het materiaal moet worden gekozen op basis van de beoogde toepassing en moet voldoen aan de geldende normen.
Verschillende toepassingen
Werkplaatsbeveiliging
Systeem dat de bewegingen van de gebruiker beperkt om te voorkomen dat deze zones met valrisico betreedt. Het kan een val niet stoppen en dient niet om personen te bevestigen of op te hangen tijdens het werk. Bestaat uit een ankerpunt, een harnas en een vanglijn (die zo moet worden afgesteld dat vallen onmogelijk is).
Geldende norm: EN 361
Valbeveiliging
Systeem dat een gebruiker tegenhoudt tijdens een val en waar de gebruiker aan blijft hangen tot de hulpdiensten aankomen. Bestaat uit een ankerpunt, een harnas en een vanglijn met valdemper of een touw met automatisch valstopapparaat.
Geldende norm: EN 361
Werkplekpositionering
Systeem waarmee de gebruiker op zijn voeten kan staan en de handen vrij houdt om te werken. Bestaat uit een ankerpunt, een harnas met positioneringsgordel en een positioneringslijn. Als er een valrisico bestaat, moet dit systeem worden aangevuld met een vanglijn met valdemper of touw met automatisch valstopapparaat.
Geldende norm: EN 358
Hangsysteem
Systeem om al hangend te werken, waarbij de gebruiker is bevestigd ter hoogte van de buik. De gebruiker rust niet op zijn voeten en het gewicht is verdeeld over de gordel en de beenbanden van het harnas. Bestaat uit een ankerpunt, een harnas, een vanglijn met valdemper of een touw met automatisch valstopapparaat en een stijgklem.
Geldende norm: EN 813
Hoe vaak?
Voor u een PBM koopt, moet u weten hoe intensief het zal worden gebruikt.
Vooral voor een harnas is het belangrijk om de gebruiksfrequentie van het materiaal te kennen, zodat u het meest geschikte model kunt kiezen.
Advies over valbeveiligingssystemen
Om het meest geschikte materiaal te kiezen, moet u met meerdere factoren rekening houden:
Valfactor
De valfactor geeft de intensiteit van een val aan. Er zijn 3 valfactorniveaus (0, 1, 2) die worden berekend op basis van de positie van het ankerpunt ten opzichte van de positie van de gebruiker. Het is sterk aanbevolen om het ankerpunt boven de gebruiker te plaatsen, om de kracht van de schok te beperken.
Pendeleffect
Het pendeleffect is het risico op zijdelingse verplaatsing van de gebruiker bij een val. Door dit effect kan de gebruiker tegen de grond of een obstakel botsen en zware verwondingen oplopen. Plaats het ankerpunt voor de vanglijn zo ver mogelijk van elk obstakel om een valfactor van niveau 2 te vermijden.
Vrije hoogte
De vrije hoogte is de nodige afstand tussen het ankerpunt en het grondoppervlak. Deze hangt af van de positie van het ankerpunt en de gekozen valbeveiliging. De beschikbare vrije hoogte is de afstand tussen de structuur waarop de gebruiker werkt en het dichtstbijzijnde obstakel. De vereiste vrije hoogte is de minimale afstand opdat een gebruiker kan vallen zonder de grond of het dichtstbijzijnde obstakel te raken.
Controle van PBM’s
Zoals alle bouwplaatsvoorzieningen zijn persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM’s) onderhevig aan slijtage, schade, vuil enz. Om te voldoen aan de wetgeving en er zeker van te zijn dat de middelen in perfecte staat verkeren, moeten alle PBM’s jaarlijks worden gecontroleerd. Het controleverslag moet worden opgenomen in het veiligheidslogboek. Stel het gecontroleerde product in geval van twijfel onmiddellijk buiten gebruik.
Er moeten in elk geval twee soorten controles worden uitgevoerd, om de gebruikers zo goed mogelijk te beveiligen:
1. Eerste controle door de gebruiker, telkens wanneer het PBM wordt gebruikt
De gebruiker moet deze snelle maar belangrijke controle uitvoeren telkens wanneer hij het PBM gaat gebruiken, om er zeker van te zijn dat het in orde is en in voldoende goede staat verkeert om de veiligheid te verzekeren.
Deze controle is verplicht volgens het besluit van 19 maart 1993 – artikel R. 233-42-2 van de Franse arbeidswet. Voor deze controle moeten alle gebruikers zijn opgeleid en voorgelicht over de detectie van problemen met hun PBM’s.
2. Tweede jaarlijkse periodieke inspectie van de PBM’s
Het is verplicht om uw PBM’s jaarlijks te laten inspecteren door bevoegde personen. Die inspectie is cruciaal om de veiligheid van werknemers tijdens hun werk te garanderen.
Alleen bevoegde personen mogen uw PBM’s inspecteren, d.w.z. werknemers of externe instanties. Ze moeten specifiek zijn opgeleid om de juiste inspecties te doen op uw persoonlijke beschermingsmiddelen.
Als er geen defecten worden aangetroffen, wordt een PBM-testcertificaat aan het bedrijf uitgereikt als bewijs dat de gebruikte middelen in orde zijn.
U kunt een beroep doen op onze hoogtedeskundigen voor de inspectie van uw PBM’s, zodat deze in de beste omstandigheden worden gecontroleerd en onderhouden.
Op onze website kunt u uw PBM’s registreren. U ontvangt uw registratiecertificaten per e-mail, evenals de meldingen wanneer een inspectiedatum nadert en berichten over veranderingen in de wetgeving en normen.
- Een compleet assortiment voor industrie en bouw
- Een merk dat wereldwijd verkrijgbaar is
- Een kwaliteitsopvolging voor de registratie en verificatie van uw apparatuur